Huurwaarde in % van de omzet

Het is in “horecaland” vrij gebruikelijk om de huurprijs te toetsen aan de omzet. Deze methode wordt de bedrijfseconomische huurwaarde genoemd (of draaghuur). Ik wordt vaak gebeld door collega (bedrijfs- of woning)makelaars die mij vragen wat een norm/normaal percentage is voor een horecabedrijf. Dat is natuurlijk niet zomaar te zeggen en verschilt enorm per bedrijf en zelfs voor dezelfde bedrijven kan het nog verschillen.
Ik antwoord wel eens: “dat ligt tussen de 6 en 30%”, “ja daar heb ik niets aan!” is het antwoord dan. Logisch, alleen de vraag is zo algemeen dat ik er een algemeen antwoord op geef.

Naar mijn mening hangt de hoogte van het percentage samen met de brutowinst (omzet minus inslag) dat voor het type bedrijf “normaal” is; hoe hoger de brutomarge, hoe hoger het percentage.

Bijvoorbeeld een hotel met alleen maar omzet logies (geen f&b) heeft een hele hoge brutomarge, daarom kan dat bedrijf soms wel 35-40% van de omzet “verhuren”. Een specialiteitenrestaurant met een brutomarge van 65% kan soms maar 6-7% huur betalen om nog kostendekkend te zijn.
Koffiezaken en zaalverhuurbedrijven kunnen ook hogere huren betalen (dan de algemene 8-10%) door hogere brutowinsten.
 
Natuurlijk is het ook belangrijk welke omzet er als basis gehanteerd wordt. Een verhuurder zal zeggen dat de omzet te laag is voor zijn huur en een ondernemer zal de huur te hoog vinden ten opzichte van zijn/haar omzet.

Bij huurprijsherzieningen (zogeheten 303 aanpassing) is een omzetmotief niet bepalend voor het vaststellen van de nieuwe huurprijs, maar de wettelijke vergelijking van andere huurprijzen ter plaatse.
 
Bovenstaande zijn geen algemeenheden, maar leidraden, er zijn nog enkele factoren die het percentage kunnen beïnvloeden.  Belangrijk is dat een huurwaarde taxatie wordt uitgevoerd door een ter zake kundige makelaar, dus het liefst een horecamakelaar die de exploitatiemogelijkheden kan inschatten.
 
Lukas Arends RM RT
Senior horecamakelaar